Aletsch Arena: mijn complete gids voor een bezoek aan de Aletschgletsjer

De Aletschgletsjer is de langste gletsjer van de Alpen en wat mij betreft een van de geweldig mooie plekken in Zwitserland die je móet bezoeken. Over een lengte van 23 kilometer en met een dikte tot wel 900 meter baant hij zich langzaam een weg door het Walliser berglandschap. Elk jaar schuift het ijs ongeveer 180 meter richting het dal, een trage maar onafgebroken beweging die al duizenden jaren doorgaat.

Kijk je naar de gletsjer, dan lijkt alles stil, maar onder het oppervlak is hij constant in beweging. Het ijs kraakt, schuurt en duwt zich een weg langs de rotsen. Door de opwarming van de aarde trekt de Aletschgletsjer zich elk jaar iets verder terug, wat het des te bijzonderder maakt om hem nu nog in volle glorie tussen de bergen te zien liggen.

Laten we eerst beginnen met waar de Aletsch Arena ligt. De Aletsch Arena ligt in het hart van het Zwitserse kanton Wallis, in het zuiden van het land. Deze bergregio bevindt zich boven het Rhônedal, tussen Brig en de beroemde Simplonpas, en biedt uitzicht op de indrukwekkende Aletschgletsjer, de langste gletsjer van de Alpen.

De toegangspoorten tot dit gebied zijn Mörel, Betten Talstation en Fiesch in het Rhônedal. Vanaf hier neem je de gondel omhoog naar een van de drie autovrije dorpen: Riederalp, Bettmeralp en Fiescheralp. Boven aangekomen sta je in no time oog in oog met dit UNESCO Werelderfgoed, omringd door stilte, frisse berglucht en eeuwige sneeuw.

Nu je weet waar dit indrukwekkende natuurgebied ligt, is het tijd om te kijken hoe je er komt — want de reis ernaartoe is minstens zo mooi als de bestemming zelf. Er zijn verschillende manieren om naar de Aletsch Arena te reizen, zelf ben ik beide keren met de trein naar dit gebied gereisd en dat kan ik je van harte aanraden.

• Met de trein vanuit Nederland: neem de ICE naar Basel of Zürich en reis via Brig verder naar Mörel, Betten of Fiesch. Daar stap je direct over op de gondel naar boven. De totale reistijd vanaf Utrecht bedraagt ongeveer 9 tot 10 uur.
• Met de auto: vanuit Nederland rijd je in ongeveer 10 tot 11 uur naar Wallis. Je kunt parkeren bij de dalstations in Mörel, Betten of Fiesch en daar de gondel nemen. Houd er rekening mee dat de dorpen zelf autovrij zijn.
• Met het vliegtuig: vlieg naar Zürich of Genève. Vanaf beide luchthavens reis je in 2,5 tot 3 uur met de trein naar Brig, waar je overstapt op de lokale trein richting Mörel, Betten of Fiesch.

Handig om te weten: de Zwitserse treinen zijn betrouwbaar, punctueel en comfortabel. Mijn tip? Koop een Swiss Travel Pass als je meer van Zwitserland wilt zien. Met de Swiss Travel Pass reis je onbeperkt met de trein, bus en boot door het hele land – perfect als je meerdere regio’s wilt ontdekken, zoals de Aletsch Arena combineren met Zermatt, Interlaken of Luzern.

Je kunt kiezen uit een pas die 3, 4, 6, 8 of 15 dagen geldig is (aaneengesloten dagen) en alles werkt super eenvoudig: je stapt gewoon in zonder telkens losse tickets te hoeven kopen. Bovendien krijg je met de Swiss Travel Pass vaak korting tot 50% op bergliften en kabelbanen en gratis toegang tot meer dan 500 musea.

De Aletsch Arena is, met meer dan 300 kilometer aan goed gemarkeerde paden, een paradijs voor wandelaars. Van ontspannen routes tussen alpenweiden tot uitdagende bergtochten met uitzichten die je bijblijven. Populaire activiteiten zijn ook fietsen, mountainbiken en paragliden.

’s Winters verandert de Aletsch Arena in een wintersportparadijs. Met meer dan 100 kilometer aan pistes en zekerheid op sneeuw door de hoge ligging is dit een van de mooiste skigebieden van Zwitserland. Nog een groot voordeel, doordat de dorpen autovrij zijn, is dat je vanuit je accommodatie direct de piste op kan (ski-in ski-out). Populaire winteractiviteiten zijn ook sneeuwschoenwandelen, sleeën en langlaufen.

• Panorama-klassieker van Moosfluh → Bettmerhorn → Fiescheralp: Een dag (12 km, 4–5 uur) vol uitzichten, met de gletsjer voortdurend aan je zijde.
• Fiescheralp → Bettmeralp: een panoramapad dat beide dorpen verbindt. Onderweg heb je prachtige uitzichten op de Aletschgletsjer en de omliggende toppen. De route is relatief eenvoudig en duurt ongeveer een dik uur – ideaal als je dorpjes wilt combineren zonder gondels te nemen.
• Bettmeralp → Riederalp (via Villa Cassel): een ontspannen wandeling van ongeveer 1,5 tot 2 uur. Je passeert de charmante Villa Cassel – een aanrader om even binnen te stappen en de theesalon of tentoonstelling te bekijken. Daarna vervolg je de route door groene weiden en bossen naar Riederalp.
• Blausee-wandeling: deze korte maar verrassend mooie route loopt langs het idyllische bergmeertje Blausee, niet ver van Bettmeralp. Het water kleurt diepblauw door de mineralen en op zonnige dagen lijkt het bijna licht te geven. Perfect als picknickplek en als rustige pauze tussen de langere hikes door.
• Riederalp → Riederfurka: kort & krachtig (ca. een klein half uurtje) – ideaal als opwarmertje of als je kort wilt wandelen.

De Aletschgletsjer is zó uitgestrekt dat één uitzichtpunt nooit genoeg is. Gelukkig kun je hem vanuit verschillende hoeken bewonderen. Elk met een ander perspectief en een eigen sfeer. De bekende viewpoints liggen bij de dorpen Riederalp, Bettmeralp en Fiescheralp en zijn goed bereikbaar met gondels of een korte wandeling.

• Hohfluh (2.227 m): Hohfluh ligt boven Riederalp en biedt een prachtig zicht op de eerste grote bochten van de gletsjer. In de zomer is dit het enige uitkijkpunt dat je alleen te voet kunt bereiken, ongeveer drie kwartier wandelen door bergweides vol bloemen. Juist dat maakt dit uitkijkpunt zo bijzonder. Het is rustiger, authentieker en zonder de drukte die je bij de andere platforms soms hebt.
• Moosfluh (2.333 m): misschien wel mijn favoriete uitkijkpunt: Moosfluh. Vanaf Moosfluh kijk je uit over bijna de volledige lengte van de gletsjer. Je bereikt het plateau eenvoudig met de gondel vanuit Riederalp. Het uitzicht is hier weids en indrukwekkend en bij helder weer heb je zicht op de Eiger, Mönch en Jungfrau in de verte.
• Bettmerhorn (2.647 m): Bettmerhorn ligt boven Bettmeralp en biedt een van de meest fotogenieke uitzichten op de grote kromming van de Aletschgletsjer. Het platform is rolstoelvriendelijk en gemakkelijk bereikbaar met de gondel. Er is ook een panoramarestaurant, ideaal voor een koffie of lunch met uitzicht.
• Eggishorn (2.927 m top / 2.893 m bergstation): vanaf Eggishorn zie je (als je geluk hebt en niet zoals ik grotendeels in de mist beland) de volledige gletsjer van begin tot eind. Met helder weer kun je zelfs de Matterhorn en Weisshorn aan de horizon zien verschijnen. De gondel vanuit Fiescheralp brengt je tot vlak onder de top, vanaf daar is het nog een korte wandeling omhoog.

Van al die wandelingen en inspanning in de Aletsch Arena heb je vast trek gekregen. Gelukkig weet ik ook een aantal goede restaurants waar jij je honger kan stillen.

• Restaurant Riederfurka (Riederalp): probeer hier zeker de cholera, het gerecht van Wallis. Een hartige taart vol aardappel, kaas, prei en fruit. Je verwacht het misschien niet, maar voor mij is dit pure comfort food.
• Hotel Jungfrau (Fiescheralp): ook hier serveren ze een heerlijke cholera, het gerecht van Wallis, vaak nét wat anders bereid dan elders. Vanaf het terras kijk je uit over de bergflanken, een fijne locatie. Ideaal voor een lange lunch of een knus diner na je wandeling.
• Hotel Restaurant Alpfrieden (Bettmeralp): een van de bekendste adressen in het dorp. Hier eet je verfijnde Zwitserse gerechten, vaak met een moderne twist en dat in een warme bergsfeer. Perfect voor een uitgebreid diner of een gezellige avond na een dag vol hikes.
• Villa Cassel (Riederalp): naast dat je hier het Pro Natura Zentrum Aletsch vindt, beschikt deze plek ook over een theesalon, perfect voor taart en thee na een wandeling.
• Aktiv- und Genusshotel Alpenblick (Fieschertal): hier logeer je niet alleen fijn, maar kun je ook genieten van een raclette waar je u tegen zegt. Dikke plakken gesmolten kaas met aardappeltjes, augurkjes en een glas lokale wijn. Dit wil je!
• Albi’s Mountain Rock Café (Bettmeralp): zoek je een leuke plek voor een welverdiend drankje na een hele dag op pad? Dan is dit café een aanrader.

Naast cholera zijn er nog meer typische Walliser specialiteiten die je eens moet proberen:

• Rösti met spek en kaas: perfect na een bergwandeling.
• Walliser wijn: vooral Fendant of Dôle, beide lichte, frisse wijnen uit de Rhônevallei.
• Amandeltaart uit Bettmeralp: een lokale zoete verleiding voor bij de koffie.

Een van de mooie dingen aan de Aletsch Arena is de rust. De dorpen Riederalp, Bettmeralp en Fiescheralp zijn autovrij en alleen bereikbaar met de gondel. Boven aangekomen hoor je geen verkeer meer, alleen het klingelen van koeienbellen en het geruis van de wind. Elk dorp heeft zijn eigen charme, maar allemaal delen ze dat ontspannen berggevoel dat deze regio zo bijzonder maakt.

Na een ritje in de gondel vanuit Mörel sta je 9 minuten later in het knusse Riederalp.Vanuit hier wandel je zo naar de Riederfurka en Villa Cassel en heb je directe toegang tot de viewpoints Hohfluh en Moosfluh. ’s Ochtends een broodje halen bij de bakker, daarna met je rugzak richting het uitzicht – dit dorp voelt als de perfecte uitvalsbasis voor wie rust zoekt.

De gondel brengt je in zo’n 7 minuten vanuit het Betten Talstation naar Bettmeralp waar het al iets meer bruist dan in het slaperige Riederalp. Je vindt er gezellige restaurants, cafés en boetiekjes. Rond de Maria zum Schnee-kapel hangt een sprookjesachtige sfeer, vooral bij zonsondergang. Vanuit Bettmeralp neem je makkelijk de lift naar de Bettmerhorn, maar ook korte wandelingen zoals naar het Bettmersee zijn een aanrader. Op warme zomerdagen zie je locals hier pootjebaden of picknicken langs het water.

Het hoogst gelegen, en daardoor ook het meest afgelegen, dorp Fiescheralp is vanuit Fiesch in 10 minuten te bereiken met de gondel. Perfect voor wie stilte zoekt. Vanaf hier vertrek je richting Märjelensee of pak je de gondel naar de Eggishorn voor dat onovertroffen uitzicht. ’s Avonds, als de dagtoeristen weg zijn, heerst hier een stilte die bijna surrealistisch is.

De keuze is ruim: chalets, hotels en pensions in Riederalp, Bettmeralp en Fiescheralp. In het Rhônedal vind je, in Fiesch, Mörel en Betten, meer budgetopties. Maar heel eerlijk, als je de magie van de gletsjer écht wilt ervaren, raad ik je aan in de autovrije dorpen boven te blijven slapen.

• Hotel Garni Sporting (Bettmeralp): een kleinschalig, gastvrij hotel pal naast de skiliften en wandelpaden. Kamers zijn comfortabel en knus en het uitzicht vanaf het balkon maakt het moeilijk om ’s ochtends je bed uit te komen. Een ideale uitvalsbasis voor zowel zomer- als winteractiviteiten.
• Aktiv- und Genusshotel Alpenblick (Fieschertal): voor wie liever in het dal verblijft, is dit knusse hotel een aanrader. Gezellig, modern-bergachtig ingericht en met een restaurant waar je écht de lokale keuken proeft. Hun raclette is beroemd in de regio: langzaam smeltende kaas, aardappelen en een goed glas Walliser wijn – een perfecte afsluiter van je dag in de bergen.

Om je te helpen het meeste uit jouw bezoek aan de regio te halen heb ik een dagplanning voor je gemaakt. Voor het gemak heb ik een hotel, Hotel Garni Sporting in Bettmeralp, als uitvalsbasis gekozen zodat je niet steeds hoeft te verplaatsen, maar een centrale plek hebt om de Aletsch Arena vanuit te ontdekken.

Dag 1 – Start vanuit Bettmeralp

• Aankomst en incheck bij Hotel Garni Sporting.
• Wandeling naar het idyllische Bettmersee.
• Gondel omhoog naar de Bettmerhorn voor je eerste blik op de gletsjer.
• Diner in Hotel Restaurant Alpfrieden.

Dag 2 – Bettmeralp & Riederalp

• Panoramawandeling Bettmeralp → Riederalp via Villa Cassel (1,5–2 uur).
• Lift omhoog naar Moosfluh voor een fenomenaal uitzicht.
• Lunch bij Restaurant Riederfurka (neem bijv cholera, het gerecht van Wallis).
• Terug naar Bettmeralp (te voet of met een busje).
• Diner in Alpina.

Dag 3 – Eggishorn & Märjelensee

• Gondel vanuit Bettmeralp via Betten naar Fiescheralp.
• Met de kabelbaan naar de Eggishorn.
• Wandeling naar het sprookjesachtige Märjelensee (ca. 1,5 uur heen).
• Terug naar Bettmeralp voor een ontspannen avond.
• Sluit de reis af met weer een diner in Alpfrieden of een andere gezellige spot in Bettmeralp.

De Aletsch Arena is het hele jaar door prachtig en elk seizoen heeft weer zijn charme, maar de zomer (juni – september) is ideaal voor wandelen, mountainbiken en paragliden. De bloemen staan in bloei en de lucht is vaak kristalhelder. De herfst (september – oktober) is rustiger, met gouden lariksbossen en zachte temperaturen. En in de winter (december – april) vind je hier perfecte sneeuwcondities, gezelligheid en ski-in/ski-out in de autovrije dorpen. In de lente (april – mei) smelt de sneeuw langzaam weg en kleuren de alpenweiden frisgroen. Sommige wandelpaden openen dan weer en de stilte in de dorpen is bijna magisch.

Welk seizoen het ook is: neem altijd laagjes kleding, zonnebrand, een zonnebril en een winddichte jas mee, want het weer kan zo maar ineens omslaan.

Na een paar dagen in de Aletsch Arena voelt het alsof de tijd een beetje langzamer gaat. De frisse berglucht, het geluid van koeienbellen in de verte en dat uitzicht op de gletsjer… het blijft bijzonder. Elke keer als ik vertrek, weet ik: hier kom ik terug.

Ik bezocht deze regio op uitnodiging van Zwitserland Toerisme. Uiteraard lees je in dit artikel alleen mijn persoonlijke ervaring.